richardengelfriet.nl

Home » Organisaties en hun eigenaardigheden » Ja, maar wat als alles mislukt? Een ode aan het klagen

Ja, maar wat als alles mislukt? Een ode aan het klagen

Klagen is gezond, het lucht op en helpt om problemen te signaleren en op te lossen. Klagers zijn het gezonde verstand van Nederland, zonder wie we reddeloos verloren zouden zijn. Richard Engelfriet brengt een ode aan alle klagers van Nederland.

Beste klagers van Nederland,



Het klinkt sommigen wellicht vreemd in de oren, maar ik wil U een hart onder de riem steken. U heeft het momenteel namelijk erg zwaar. Klagen staat in een negatief daglicht. De belangrijkste oorzaak is de omdenk-filosofie van Berthold Gunster. Daar leren mensen dat ze geen ‘ja, maar’ meer mogen zeggen, maar alleen ‘ja, én’. Het gaat zelfs zover dat er al organisaties zijn met een ‘ja, maar-vrije-zone’. Daar vergaderen ze zonder te klagen. Die mensen zien geen beren meer op de weg, maar geven die beren een knuffel.

Dat klinkt natuurlijk prachtig. Nooit meer klagen. Altijd denken in mogelijkheden en oplossingen. Gelukkig weet u als klager wel beter. Klagers behoeden ons voor rampspoed. Ondanks alle negatieve aandacht rond uw belangrijke werk wil ik u daarom via deze open brief aanmoedigen om door te gaan met klagen. We hebben u hard nodig!

Klagen is goed!
Eén van de mantra’s van de omdenk-goeroes is ‘vraag niet of het glas halfvol of halfleeg is, maar zoek de kraan’. Nou, die kraan hadden ze gevonden bij het ROC in Leiden. In 2000 besloot de instelling tot nieuwbouw. Het College van Bestuur nam grote, onverantwoorde risico’s en begon steeds megalomanere trekjes te krijgen. Er was wel een Raad van Toezicht, maar die vergaderden samen met het College van Bestuur in een ‘ja, maar-vrije-zone’. Het resultaat: bijna 40 miljoen euro schade voor de belastingbetaler. Wat jammer dat u, beste klager, er niet was!

Ook bij FC Twente had u van grote waarde kunnen zijn. Na de landstitel in 2010 geloofde iedereen in een gouden toekomst. Na afloop van het seminar ‘denk in mogelijkheden’ vlogen de miljoenen de deur uit. Ingewikkelde en vertragende regeltjes van de KNVB over transferbeleid werden slim omgedacht met een deal met investeringsmaatschappij Doyen. Inmiddels is de club nagenoeg failliet en dreigt degradatie.

Of wat dacht u van woningcorporatie Vestia? Waarom zouden we geld van huurders suf gebruiken voor woningen als je ook out of the box kunt denken en er een paar mooie renteswaps van kunt kopen? Klagers werden weggezet als vooruithuilers en droeftoeters: ‘we zijn nog niet eens gestart, en jullie zijn nu al problemen aan het bedenken. Denk in kansen!’. Het is een gotspe: als er beter geluisterd was naar de klagers, hadden alle andere corporaties niet ruim 700 miljoen euro hoeven te betalen om de schade op te ruimen. Ook voor huurders in Nederland zijn de gevolgen zuur. Zij mogen door diverse huurverhogingen meebetalen aan de gevolgen van te weinig geklaag.

Ja, maar…
De anti-klagers zullen waarschijnlijk zeggen dat dit allemaal voorbeelden zijn waar het klagen wél gerechtvaardigd was, maar dat er ook genoeg voorbeelden zijn te bedenken waar klagen alleen maar zeuren om het zeuren is. Daar hebben ze gelijk in. Soms zit u, de klager, er immers ook wel eens naast. Bleken uw bezwaren toch niet te bestaan. U weet echter ook dat we dat achteraf pas kunnen constateren. En daar zit direct het grote probleem: omdat we pas achteraf kunnen vaststellen of klagen zin heeft, is het weinig zinvol om vooraf klagen proberen tegen te gaan. Dat is net zo zinloos als mensen aansporen om niet meer te eten, omdat je van eten dik kunt worden.

Ik begrijp die anti-klagers overigens prima. U bent vaak heel irritant. Ook ik heb een bloedhekel aan u. Vooral wanneer u klaagt zonder zelf met een oplossing te komen. Of als u klaagt over zaken die u toch niet kunt veranderen. U lijkt soms wel een zeurend kind.

Maar…doordat u zeurt, kan een ander mogelijk wél een oplossing bedenken en iets veranderen aan de situatie waar u niets aan kunt doen. Daarom bent u, hoe irritant soms ook, onmisbaar voor Nederland. U heeft het lef om de ondankbare klaagtaak op u te nemen. U waarschuwt voor ellende. U behoedt ons voor geldverspilling en dommigheid. U bent de enige die megalomane bestuurders een halt toe kan roepen, of die gekke goeroes die stellen dat iedereen de hele dag een bruistabletje moet zijn kunt laten zwijgen. U bent het gezonde verstand van werkend Nederland.

Om u een beetje aan te moedigen heb ik nog een mooi motto voor u. Een motto dat ik leen van de in mogelijkheden-denkende goeroes: je kunt beter iets geprobeerd hebben en mislukken, dan achteraf balen dat je niets hebt gedaan. Blijf dus vooral klagen en zeuren. We hebben u keihard nodig, ook al laten we u dat niet altijd weten.




PS. Voor alle anti-klagers die nu willen klagen: laten we blij zijn dat we in een land leven waar je mag klagen. De grootste ‘ja, maar-vrije-zone’ ligt nog altijd in Noord-Korea. Ik wens zelfs omdenker Berthold Gunster niet toe dat hij als inwoner van dat land ‘de beer op de weg’ Kim Jong-un een knuffel moet geven. Laten we daarom blij zijn dat er in ons land mensen zijn die het lef hebben hun mond open te trekken. Laten we accepteren dat het nodig is om dwarsliggers te hebben en dat we helaas pas achteraf weten wie er gelijk heeft. Iedereen die klaagt, doet dat omdat hij vindt dat dat nodig is. Ziet u het anders? Geef dan zelf het goede voorbeeld en gedraag u zoals u wilt dat anderen zich gedragen. Maar stop met het geklaag over klagen.


4 reacties

  1. Richard Giepmans schreef:

    Wederom zeer geslaagd Richard!
    Ja knikkers en cliché gedrag hebben we meer dan genoeg.

  2. Een geweldig mooi stuk weer Richard. ga zo door

  3. Berthold Gunster schreef:

    Ha Richard,

    Prima verhaal.
    Ik ben het helemaal met je eens.

    Als je mijn boeken leest – zo te zien heb dat niet gedaan – zul je begrijpen waarom: ja-maar en ja-en zijn bondgenoten. Je hebt beide levenshoudingen nodig.

    Wantrouwen én vertrouwen.
    Controle én loslaten.
    Behoedzaamheid én durf.

    Het is de kunst beide posities af te wisselen.
    Net zoals je op twee benen loopt.

    Buiten-de-box denken is prima.
    Binnen-de-box denken is prima.
    Een nieuwe box bedenken is prima.
    De bestaande box handhaven is prima.
    Er zijn wat dat betreft geen beperkingen.

    Het is de kunst per situatie na te denken.
    Open, intelligent, onbevooroordeeld.

    Jouw pleidooi voor de positieve kant van ja-maar onderschrijf ik dan ook van harte. Ik wil er alleen wel de kanttekening bij maken dat alleen op een ja-maar-manier in het leven staan getuigt van een geamputeerde manier van denken.

    Berthold Gunster

  4. Dag Berthold, dank voor je reactie. Je boeken ken ik en heb ik met veel plezier gelezen. Daar lees je inderdaad een genuanceerd verhaal. Op je website zie ik echter allerlei stickers met ‘ja, maar’ en een grote rode streep erdoorheen. Dat wekt toch de indruk dat je ‘ja, maar’ afwijst. Ook op de vele presentaties die ik heb mogen bijwonen van je bedrijf hoor ik nooit het geluid dat je hierboven laat horen. Daarom lopen zoveel mensen weg met het idee dat ‘ja, maar’ een ‘foute’ houding is en dat we klagers moeten ‘afwijzen’. Gelukkig is er dus een prachtoplossing: sluit voortaan alle seminars af met een oproep dat er ruimte moet zijn voor ‘ja, maar’ en ‘ja, en’. En gooi die stickers in de prullenbak 😉

Plaats een reactie

Vul hier uw emailadres in en ontvang iedere nieuwe column in uw inbox!

Bestel mijn boek ‘De Succesillusie’