De circulaire economie is hot and happening. Maar schieten we er ook wat mee op of is het een lege marketinghuls?
Op congressen, webinars en workshops is de circulaire economie hot and happening. Op LinkedIn wemelt het van de Programmamanagers Circulaire Economie, Circulaire Economie Versnellers en Taakveldcoördinatoren circulaire economie. En volgens de Rijksvoorlichtingsdienst zet ons kabinet er vol op in.
Zo’n circulaire economie klinkt natuurlijk prachtig: gebruik grondstoffen zo, dat je ze tot in de eeuwigheid kunt blijven gebruiken. Geen restafval meer, maar een duurzame kringloop van hernieuwbare bronnen. Denk aan statiegeldflessen, maar dan in het groot. Mocht u binnenkort op een borrel lekker hip willen meepraten, gebruik dan de term cradle-to-cradle.
Circulair lullen is nog geen duurzame gaten vullen
Circulair lullen betekent echter nog geen duurzame gaten vullen. De hoeveelheid circulaire kletspraatjes stijgt, terwijl de circulaire economie krimpt. In 1900 gebruikten we wereldwijd 7 Gigaton grondstoffen. In 2005 was dat al gestegen tot 62 en inmiddels zitten we boven de 100. Ons grondstofverbruik explodeert.
Tel daarbij op dat op dit moment minder dan 30% van alle grondstoffen recyclebaar is. Dat percentage geldt ook voor troetelkindje Fairphone, volgens sommigen hét voorbeeld van een circulair product. Daarnaast geeft het straatbeeld van een gemiddeld winkelcentrum ook weinig hoop: de lieve en sympathieke kringloopwinkels leggen het af tegen het succes van de Action, misschien wel de minst circulaire winkelketen op aarde.
Een vaag idee gebaseerd op pseudo-wetenschappelijke concepten
Nu kunt u mij natuurlijk verwijten pessimistisch te zijn. Misschien moet Thomas Rau nog tien jaar lezingen geven over de circulaire economie en gaat ons grondstofverbruik wel naar beneden. Of moet het Transitieteam Consumptiegoederen nog 38 concrete actiepunten formuleren om het percentage recyclebare consumptiegoederen omhoog te krijgen. Zonde om nu al het kind met het badwater weg te gooien, toch?
Mispoes. Het is maar de vraag of het concept van circulaire economie deugt. Wetenschappers noemen het een vaag concept dat is gebaseerd op pseudo-wetenschappelijke concepten. En welke van de 114 verschillende definities en interpretaties beschrijft nu eigenlijk wat een circulaire economie is?
Tel daarbij op dat het streven naar een circulaire economie paradoxaal genoeg kan leiden tot meer grondstofverbruik. Kort samengevat betekent deze ‘circular economy rebound‘ dat de prijs van grondstoffen zal dalen als we minder grondstoffen gebruiken. Maar die lagere prijs is vervolgens een prikkel om meer grondstoffen te gebruiken. Zo heb ik gehoord dat er een Tilburgse columnist is met een vreemdsoortige achternaam die heel circulair zonnepanelen op zijn huis legde, om vervolgens een airco aan te schaffen: ‘ik heb nu toch gratis stroom’.
Kortom: een circulaire economie kent ook nadelen en risico’s. Wie daar niet over wil nadenken, blijft hangen in hetzelfde soort naïviteit als het wittefietsenplan of een gemiddeld informatiseringsproject bij de overheid. De circulaire economie is dan niet meer dan een valse belofte dat we de aarde een dienst bewijzen.
The road to hell is paved with good intentions
Begrijp me niet verkeerd: natuurlijk ben ik voor een schonere planeet waarop we minder roofbouw plegen. Ook ik hoop dat we onze planeet mooier achterlaten voor onze kinderen. Maar net zo min als ik geloof dat ‘geen gezeik, iedereen rijk’ een effectieve strategie is om mensen uit armoede te halen, zo geloof ik ook niet dat de hype rond de circulaire economie ons daadwerkelijk vooruit helpt. Laten we vooral kritisch blijven en realistisch zijn. Een opwarmende aarde vraagt om een koel hoofd.